Zoek het patroon van de knipperende lampjes op en volg daarna de stappen om het probleem op te lossen.
Knoppen, pictogrammen en lampjes op het bedieningspaneel
Nummer |
Omschrijving |
---|---|
1 |
Randverlichting: Indicatie van de printerstatus |
2 |
Papierlade-lampje: Wijst op papiergerelateerde problemen, waaronder papierstoringen |
3 |
Lampje voor cartridgeklep: Geeft een foutmelding voor de inktcartridge |
Foutcodes worden weergegeven in het tellernummer op het bedieningspaneel van de printer.
De fout E0 geeft aan dat de cartridge niet kan worden gebruikt.
Dit gebeurt wanneer een of beide inktcartridges uw aandacht vereisen. Verwijder een of beide inktcartridges en plaats ze terug, reinig de contactpunten van de inktcartridges, schakel de printer opnieuw in of vervang indien nodig een of beide inktcartridges.
De fout E1 of E2 geeft aan dat de instelling voor het papierformaat niet overeenkomt met het papierformaat in de invoerlade.
Plaats het juiste papierformaat of wijzig de afdrukinstellingen en druk op de knop Doorgaan/Annuleren. Ga voor meer informatie naar HP Printers - Foutmelding 'Papier komt niet overeen' (Windows, Mac).
De fout E3 of E4 geeft aan dat er een papierstoring is of de cartridgewagen is vastgelopen.
Ga naar Wagen vastgelopen of E3-fout of E4-fout (papierstoring) voor meer informatie.
De fout E5 of E6 treedt op als de printer zich in een foutstatus bevindt. Reset de printer.
Terwijl de printer aan staat, koppel het netsnoer los van de printer.
Haal het netsnoer uit het stopcontact.
Wacht 60 seconden.
Sluit het netsnoer weer aan op de printer en steek de stekker in het stopcontact.
Een E9-fout treedt op als er een fout is na een printerfirmware-update of een printerreset.
Herstel de fabrieksinstellingen op de printer, open de HP Smart-app, verberg de printer en voeg deze opnieuw toe in de app. Ga voor meer informatie naar HP ENVY 6000e, 6400e printers - E9-fout.
Laat uw HP product nakijken of vervangen als het probleem zich blijft voordoen nadat alle voorgaande stappen zijn voltooid.
Ga naar Contact opnemen met HP Klantenondersteuning om een productenreparatie of -vervanging te plannen. Als u in Azië/het Pacifisch gebied bent, wordt u verwezen naar een lokaal servicecentrum in uw regio.
Ga naar HP productgarantie statuscontrole om de garantiestatus te bevestigen. Als uw product geen garantie meer heeft, zijn er mogelijk reparatiekosten van toepassing.
Zoek het patroon van de knipperende lampjes op en volg daarna de stappen om het probleem op te lossen.
De lichtbalk aan de rand is lichtblauw wanneer de printer inactief en klaar voor gebruik is. Het licht dimt wanneer de printer in de slaapstand staat. U hoeft niets te doen.
De lichtbalk aan de rand knippert wit wanneer de printer een afdruktaak verwerkt. U hoeft niets te doen.
Wanneer de lichtbalk aan de rand lichtgroen wordt, moet u de printer pas gebruiken als het groene licht niet meer brandt.
Raadpleeg het Wi-Fi-lampje op het bedieningspaneel om de status van de Wi-Fi-verbinding te weten.
Dit gebeurt wanneer printer wordt in- of uit-geschakeld, of geüpdatet.
De lichtbalk aan de rand knippert paars wanneer de printer verbinding maakt met een Wi-Fi-netwerk.
Paars licht beweegt van het midden naar de buitenranden: De printer bevindt zich in de AWC-modus (Auto Wireless Connect) en wacht om verbinding te maken met uw computer of mobiele apparaat.
De lichtbalk is paars in het midden: De printer bevindt zich in de AWC-modus (Auto Wireless Connect) en wacht op het wachtwoord van het Wi-Fi-netwerk in de HP Smart app.
De randen van de lichtbalk pulseren paars en het lampje draadloos knippert: De printer is via WPS-modus verbonden met een Wi-Fi-netwerk.
Dit gebeurt als de printer de Wi-Fi-verbinding verliest of er een verbindingsfout is opgetreden tijdens de installatie.
Als dit gebeurt tijdens de installatie, houd dan de knop Draadloos op de achterkant van de printer 5 seconden lang ingedrukt om de draadloze verbinding te resetten. Stel de printer vervolgens opnieuw in.
De lichtbalk is oranje als er een afdrukfout is. Bekijk de andere lampjes op de printer om het probleem te achterhalen en op te lossen.
Dit gebeurt wanneer de printer door een papierfout een afdruktaak niet meer start of voortzet. Plaats papier, controleer of er een papierstoring is of wijzig de papier- of papierinstellingen.
Ga naar HP-printers - Foutmelding Papier komt niet overeen (Windows, Mac), E4 (papierstoring) voor meer informatie.
Dit probleem treedt op wanneer een niet-originele of eerder gebruikte cartridge is geïnstalleerd of de cartridge bijna leeg is.
Als de bijbehorende cartridge nieuw is geïnstalleerd, is deze mogelijk niet-origineel of eerder gebruikt. Zie het bericht in de HP printersoftware of de HP Smart-app voor meer informatie. De inkt in de printcartridge is bijna op. Druk op de knop Hervatten om door te gaan met afdrukken en vervang de cartridge als de afdrukkwaliteit niet meer aanvaardbaar is. Ga naar Het vervangen van inktcartridges voor meer informatie.
Dit probleem doet zich voor als een van de cartridges ontbreekt of niet goed is geïnstalleerd.
Als een van de cartridges ontbreekt, gaat de printer in de enkele-cartridge modus. Plaats de ontbrekende cartridge om deze modus af te sluiten. Als een cartridge niet correct is geïnstalleerd, verwijdert u de cartridge, verwijdert u eventuele tape en plaatst u deze terug. Ga naar Het vervangen van inktcartridges voor meer informatie.
Dit probleem treedt op wanneer de cartridgeklep open staat. Sluit de toegangsklep van de inktcartridges en probeer opnieuw af te drukken.
Dit probleem treedt op wanneer de cartridgewagen in de printer is vastgelopen.
Druk op de knop Annuleren om de afdruktaak te annuleren en controleer of de cartridgewagen wordt belemmerd. Ga naar Wagen vastgelopen of E3-fout voor meer informatie.
De lichtbalk knippert oranje en de lampjes op de printer knipperen snel. Dit treedt op wanneer er sprake is van een ernstige printerfout.
Koppel het netsnoer los van de printer zonder de printer uit te zetten.
Haal het netsnoer uit het stopcontact.
Wacht 60 seconden.
Sluit het netsnoer weer aan op de printer en steek de stekker in het stopcontact.
De lichtbalk aan de rand brandt oranje naar de randen en verandert vervolgens in groen.
Dit gebeurt als de printer is hersteld naar de fabrieksinstellingen.
Dit gebeurt wanneer de printeridentificatie is geactiveerd. De printer keert na identificatie terug naar de status gereed of inactief. Er is geen actie nodig.
Dit treedt op wanneer het aantal Wi-Fi Direct-verbindingen op het maximum van vijf apparaten zit.
Als u een nieuw apparaat probeert te verbinden, moet u eerst een van de vorige apparaten loskoppelen. Ga naar voor meer informatie.
Dit gebeurt wanneer er een fout in de printer optreedt als er verbinding wordt gemaakt met Wi-Fi Protected Setup (WPS).
Houd de knop Draadloos op de achterkant van de printer vijf seconden lang ingedrukt om de draadloze verbinding te resetten en start vervolgens het WPS-proces opnieuw.
Ga naar HP printerinstallatie (HP Smart app) voor meer informatie.
Laat uw HP product nakijken of vervangen als het probleem zich blijft voordoen nadat alle voorgaande stappen zijn voltooid.
Ga naar Contact opnemen met HP Klantenondersteuning om een productenreparatie of -vervanging te plannen. Als u in Azië/het Pacifisch gebied bent, wordt u verwezen naar een lokaal servicecentrum in uw regio.
Ga naar HP productgarantie statuscontrole om de garantiestatus te bevestigen. Als uw product geen garantie meer heeft, zijn er mogelijk reparatiekosten van toepassing.