WiFi-verbindingsproblemen met een HP printer oplossen

Wanneer u via een wifiverbinding scant, mislukt de scantaak en kan er een bericht worden weergegeven dat de scanner niet is gevonden, gedetecteerd of niet beschikbaar is op de computer.

1. Bereid u voor op het instellen van het netwerk en de printer.

   • Plaats de printer en de computer of het mobiele apparaat in de buurt van de wifirouter.

   • Schakel wifi in op uw computer of mobiele apparaat en maak verbinding met uw netwerk. Als de computer met een ethernetkabel op het netwerk is aangesloten, koppelt u de kabel tijdelijk los en gebruikt u de wifiverbinding tijdens de installatie.

   • Schakel Bluetooth in op de computer of het mobiele apparaat zodat HP Smart de printer tijdens de installatie kan detecteren.

   • Na de installatie van HP Smart voor iOS en Android schakelt u de locatieservice voor mobiele apparaten in en verleent u de app toestemming om uw locatie gebruiken om de printer te detecteren en oplossingen aan te bieden tijdens de installatie.

2. Download de HP Smart-app voor 123.hp.com (Android, Apple iOS), HP Smart - Microsoft Store (Windows, in het Engels), of HP Smart - Mac App Store (macOS, in het Engels).

   Opmerking:

   Verbreek de verbinding met een Virtual Private Network (VPN) voordat u het downloadt.

3. Open de HP Smart-app.

   • Als dit de eerste keer is dat u HP Smart opent, probeert de app de printer te detecteren en in te stellen. Volg de instructies op het scherm om het instellen van de printer te voltooien.

   • Als dit niet de eerste keer u is dat u HP Smart opent, klikt u op Printer toevoegen of het plusteken om de printer te zoeken. Volg de instructies op het scherm om het instellen van de printer te voltooien.

   Als de printer niet wordt gevonden, gaat u verder met de volgende stap.

4. Wi-Fi-installatiemodus herstellen.

   • Printers met touchscreenbedieningspaneel: Op het bedieningspaneel, open het menu Draadloos of Installatie, selecteer Netwerkinstallatie of Instellingen, en selecteer vervolgens Netwerkinstellingen herstellen.

   • Printers met een bedieningspaneel zonder aanraakscherm: Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel om de Wi-Fi-installatiemodus voor uw HP printer te herstellen.

5. Sluit en heropen HP Smart binnen 2 uur en voeg de printer opnieuw toe.

6. Klik op de tegel Scannen om het scannen te starten.

   Ga naar Hoe te scannen met een HP printer voor meer informatie.

De printer moet altijd verbonden zijn met internet om er zeker van te zijn dat vervangende inktcartridges worden geleverd wanneer dat nodig is. Controleer de netwerk- en printerstatus om de printer opnieuw aan te sluiten op de HP Instant Ink-service.

1. Eventuele fouten kunnen worden opgelost door de printer of het mobiele apparaat opnieuw op te starten.

2. Controleer of de printer niet is aangesloten met een USB-kabel. Een USB-verbinding kan wifi-installatie blokkeren en de internetverbinding van de printer uitschakelen die vereist is voor HP Instant Ink.

3. Open op uw computer of mobiele toestel de lijst met beschikbare netwerken.

   • Als het verbonden netwerk niet van u is, verbreek dan de verbinding met het netwerk en maak opnieuw verbinding met uw eigen wifinetwerk.

     Opmerking:

     De printer werkt niet op openbare of gastnetwerken die worden gebruikt in vakanties, hotels of coffeeshops waaruit u zich als gast kunt aanmelden.

   • Als de netwerkstatus Niet verbonden is, maak dan verbinding met uw netwerk en controleer vervolgens de status opnieuw. Een vinkje of de status verbonden verschijnt naast de netwerknaam wanneer er verbinding is.

4. Controleer de signaalsterkte. Als het pictogram draadloos een zwakke signaalstatus weergeeft , verplaatst u het apparaat dichter bij de router of gebruikt u een range-extender tot er een sterk signaal wordt weergegeven . Muren, metalen boekenrekken en elektronica die radiosignalen uitzenden kunnen het draadloze signaal verzwakken.

5. Open een website om te controleren of de internetservice werkt. Als de laadtijd van de pagina traag of is, start u de router opnieuw op. Neem indien nodig contact op met uw internetprovider om te controleren of de service problemen ondervindt.

6. Plaats de printer dicht bij de router of de range-extender en controleer vervolgens de status van de printerverbinding.

   • Als het lampje of icoontje voor draadloze communicatie continu blauw brandt, is de printer met het netwerk verbonden.

   • Als het lampje of icoontje voor draadloze communicatie uit is of knippert, is de printer niet met het netwerk verbonden. Ga naar HP printerinstallatie (Wi-Fi Direct) voor meer informatie.

7. Meld u aan bij HP Instant Ink account.

8. Controleer op de pagina Overzicht of de printerstatus Gereed om af te drukken is en klik vervolgens op het pictogram vernieuwen om de nieuwste printerinformatie met de account te synchroniseren.

   

Controleer netwerkproblemen en andere installatievereisten als uw draadloze printer niet wordt gevonden tijdens de installatie met HP Smart.

1. Eventuele fouten kunnen worden opgelost door de printer of het mobiele apparaat opnieuw op te starten.

2. Wi-Fi-installatiemodus herstellen.

   • Printers met touchscreenbedieningspaneel: Op het bedieningspaneel, open het menu Draadloos of Installatie, selecteer Netwerkinstallatie of Instellingen, en selecteer vervolgens Netwerkinstellingen herstellen.

   • Printers met een bedieningspaneel zonder aanraakscherm: Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel om de Wi-Fi-installatiemodus voor uw HP printer te herstellen.

3. Open op uw computer of mobiele toestel de lijst met beschikbare netwerken.

   • Als het netwerk waarmee u verbinding hebt niet van u is, verbreek dan de verbinding met het netwerk en maak opnieuw verbinding met uw normale wifinetwerk. Maak geen verbinding met het wifisignaal DIRECT-xx-HP [modelnaam van uw printer].

     Opmerking:

     Een printerverbinding kan niet tot stand gebracht worden via openbare netwerken of gastnetwerken die gastlogins toestaan die gebruikt worden in scholen, hotels, of coffeeshops.

   • Als de netwerkstatus Niet verbonden is, maak dan verbinding met uw netwerk en controleer vervolgens de status opnieuw. Een vinkje of de status verbonden verschijnt naast de netwerknaam wanneer er verbinding is.

4. Schakel extra verbindingen in op uw computer of mobiel toestel.

   • Wifi inschakelen (alleen pc's): Schakel wifi in zelfs als de computer via ethernet met het netwerk is verbonden. Als wifi niet wordt ingeschakeld terwijl u de bekabelde verbinding gebruikt, koppelt u tijdelijk de ethernetkabel los om wifi in te schakelen.

     

   • Bluetooth inschakelen: HP Smart gebruikt Bluetooth om de printer te detecteren tijdens de installatie.

     

   • Locatie-instelling inschakelen (alleen mobiele apparaten): Nadat u HP Smart voor iOS en Android hebt geïnstalleerd, schakelt u de locatieservice in de apparaatinstellingen in, en staat u de app toe uw locatie en Bluetooth te gebruiken.

     

5. Verplaats de printer en de computer of het mobiele apparaat binnen acht meter van de router of range-extender, en controleer dan de verbindingsstatus.

   • Printeraansluiting: Als het lampje of icoontje voor draadloze communicatie continu blauw brandt, is de printer met het netwerk verbonden. Als het uit is of knippert, is de printer niet met het netwerk verbonden.

   • Verbinding met computer of mobiel apparaat: Controleer de signaalsterkte. Als het pictogram draadloos een zwakke signaalstatus weergeeft , verplaatst u het apparaat dichter bij de router of gebruikt u een range-extender tot er een sterk signaal wordt weergegeven . Muren, metalen boekenrekken en elektronica die radiosignalen uitzenden kunnen het draadloze signaal verzwakken.

6. Installeer de HP Smart-app opnieuw vanuit de app Store en probeer uw printer opnieuw toe te voegen.

7. Open een website om te controleren of de internetservice werkt. Als de laadtijd van de pagina traag of is, start u de router opnieuw op. Neem indien nodig contact op met uw internetprovider om te controleren of de service problemen ondervindt.

Als de printer met het netwerk is verbonden maar de verbinding niet behoudt, controleert u de netwerkomgeving en de instellingen op problemen.

1. Open op uw computer of mobiele toestel de lijst met beschikbare netwerken.

2. Controleer de signaalsterkte. Als het pictogram draadloos een zwakke signaalstatus weergeeft , verplaatst u het apparaat dichter bij de router of gebruikt u een range-extender tot er een sterk signaal wordt weergegeven . Muren, metalen boekenrekken en elektronica die radiosignalen uitzenden kunnen het draadloze signaal verzwakken.

3. Open een website om te controleren of de internetservice werkt. Als de laadtijd van de pagina traag of is, start u de router opnieuw op. Neem indien nodig contact op met uw internetprovider om te controleren of de service problemen ondervindt.

4. Limiteer het aantal apparaten op het netwerk, met name apparaten die streaming inhoud gebruiken.

5. Verplaats de router naar een centrale locatie in huis of installeer een range-extender om de signaalsterkte van de router te verbeteren.

6. Neem contact op met uw internetprovider of de routerfabrikant om te controleren of er updates voor de firmware zijn.

7. Druk een netwerkconfiguratierapport af.

   • HP Smart-app: Klik in het beginscherm van de app op de afbeelding van uw printer, klik op Printerrapporten onder Hulpprogramma's en selecteer vervolgens Netwerkconfiguratierapport.

   • Printers met touchscreenbedieningspaneel: Open het menu Draadloos of Netwerkinstellingen op het bedieningspaneel en selecteer vervolgens Netwerkconfiguratierapport of Netwerkconfiguratiepagina.

   • HP printers zonder touchscreenbedieningspaneel: Houd op het bedieningspaneel de knoppen Draadloos en Informatie ingedrukt. Het afdrukken van rapporten vanaf het bedieningspaneel kan per printermodel verschillen.

     Afhankelijk van uw printermodel, kan dit aan andere methode zijn:

     • Druk tegelijkertijd op de knoppen Draadloos en Hervatten/annuleren.

     • Houd de knop Informatie ingedrukt totdat alle knoppen gaan branden en druk vervolgens op de knop Hervatten en houd deze ingedrukt of druk op de knoppen InformatieHervatten.

     • Houd de knop Hervatten ( of ) ingedrukt tot het lampje Gereed knippert

8. Bekijk het rapport voor de verbindingsstatus, het gebruikte netwerk en voer instructies uit voor gevonden problemen.

   

   Als er geen problemen zijn gevonden en de printer is verbonden met het juiste netwerk, gaat u verder met deze stappen.

9. Bekijk de lijst met ontdekte 802.11 netwerken op de laatste pagina en zoek het kanaal van uw wifinetwerk.

   

   • Als uw netwerk niet van een gezamenlijk kanaal gebruik maakt, heeft het probleem niet met wifikanaal-interferentie te maken.

   • Als uw netwerk wel gebruik maakt van een gezamenlijk kanaal, gaat u verder met deze stappen om het routerkanaal te wijzigen.

10. Bepaal het IP-adres en het wachtwoord van uw router.

    Opmerking:

    De volgende lijst wordt uitsluitend verstrekt ter informatie en werkt mogelijk niet voor uw routermodel. Raadpleeg de documentatie van uw internetprovider of router voor instructies voor toegang tot de router.

    Algemene routermerken met standaard IP-adressen, gebruikersnamen en wachtwoorden

    Merk router	IP-adres	Gebruikersnaam	Wachtwoord
    3Com	http://192.168.1.1	admin	geen wachtwoord vereist of admin
    ASUS	http://192.168.1.1	admin	admin
    Belkin	http://192.168.2.1	geen gebruikersnaam vereist of admin	geen wachtwoord vereist
    D-Link	http://192.168.0.1	admin of user	geen wachtwoord vereist of admin
    Linksys	http://192.168.1.1	admin, geen gebruikersnaam vereist of Comcast	admin, geen wachtwoord vereist of 1234
    Netgear	http://192.168.0.1	admin	password, 1234, of setup

11. Open een webbrowser, typ het IP-adres van de router in de adresbalk, druk op Enter en meld u aan met de gebruikersnaam en het wachtwoord.

    De pagina router-setup wordt weergegeven.

12. Gebruik het configuratiemenu om het wifikanaal te wijzigen.

13. Als uw wifinetwerk nog steeds problemen ondervindt, overweeg dan een upgrade van uw router of de internetservice.