HP pc's - Beeldscherminstellingen, achtergrondafbeelding, pictogrammen en schermbeveiliging wijzigen in Windows 10

U kunt het formaat van de tekst en vensters van het bureaublad aan uw persoonlijke voorkeur aanpassen. U kunt ook de schermresolutie aanpassen, naast andere beeldscherminstellingen.

Opmerking:

Tijdens een normale installatie van Windows wordt de grafische kaart getest en worden de optimale grootte en resolutie voor die kaart weergegeven.

1. Zoek in Windows naar en open Beeldscherminstellingen. U kunt ook met de rechtermuisknop op een open gebied op het bureaublad klikken en vervolgens Beeldscherminstellingen selecteren.

2. Als u de schermrichting wilt wijzigen van liggend naar staand (of andersom) of als u de schermrichting wilt spiegelen, selecteer dan een optie in het vervolgkeuzemenu en klik op Wijzigingen behouden of Terugzetten.

   

3. Om het formaat van de tekst en de vensters te wijzigen, selecteert u het gewenste formaat in het vervolgkeuzemenu. De wijzigingen worden onmiddellijk van kracht.

   

4. Om de helderheid aan te passen, klikt u op de schuifregelaar onder Helderheid en kleur en versleept u deze. De wijzigingen worden onmiddellijk van kracht.

   

5. Schakel Nachtlamp in om de hoeveelheid blauw licht van het beeldscherm te verminderen. Klik op Instellingen voor nachtlamp om de nachtlamp in te stellen en de tint te wijzigen.

   

6. Om de schermresolutie te wijzigen, selecteert u een resolutie in het vervolgkeuzemenu en klikt u vervolgens op Wijzigingen behouden of Terugzetten.

   Opmerking:

   Wij raden in de meeste gevallen het gebruik aan van de standaardresolutie van de monitor, die gemarkeerd is als Aanbevolen.

   Als u meer dan één monitor hebt, selecteert u de monitor die u wilt aanpassen en herhaalt u deze stappen om de resolutie te wijzigen. Er verschijnt een bevestigingsscherm.

   

U kunt het patroon of de afbeelding op de achtergrond van het startscherm aanpassen.

1. Zoek in Windows naar Bureaubladachtergrond en open deze functie. U kunt ook met de rechtermuisknop op een open gebied op het bureaublad klikken en Aanpassen klikken.

2. Om de afbeelding of kleur van de achtergrond te wijzigen, selecteert u Afbeelding, Effen kleur of Diavoorstelling in het vervolgkeuzemenu.

   

3. Kies een afbeelding, kleur of diavoorstelling of klik op Bladeren om een van uw afbeeldingen of diavoorstellingen te selecteren.

4. Om de manier te wijzigen waarop de afbeelding wordt weergegeven op de achtergrond, selecteert u Opvullen, Passen, Uitrekken, Naast elkaar, Centreren, of Spannen in het vervolgkeuzemenu. De wijzigingen worden onmiddellijk van kracht.

   

U kunt het uiterlijk van Windows aan uw persoonlijke voorkeuren aanpassen door tekstkleuren, tekstachtergronden, vensterranden en allerlei andere elementen te kiezen. U kunt ook het lettertype en de grootte kiezen van tekst voor verschillende Windows-functies, zoals menu-items.

1. Zoek in Windows naar Thema's en gerelateerde instellingen en open deze functie. U kunt ook met de rechtermuisknop op een open gebied op het bureaublad klikken en vervolgens op Personaliseren.

2. Klik in het venster Personalisering op Achtergrond, Kleuren, Scherm vergrendelen, Thema's, Lettertypen, Start, of Taakbalk om het bijbehorende instellingenvenster te openen.

3. Pas de instellingen aan. De wijzigingen worden onmiddellijk van kracht.

   

Open de geavanceerde beeldscherminstellingen of eigenschappen van de beeldschermadapter om de verschillende modi te bekijken, de vernieuwingsfrequentie in te stellen of kleuren en andere geavanceerde instellingen te beheren.

1. Open de geavanceerde beeldscherminstellingen door Beeldscherminstellingen te zoeken en te openen in Windows. U kunt ook met de rechtermuisknop op het bureaublad klikken en Weergave-instellingen openen. Blader naar beneden en klik op Geavanceerde beeldscherminstellingen.

   

2. Selecteer in het venster Geavanceerde beeldscherminstellingen een beeldscherm om de huidige instellingen te zien. Klik op Eigenschappen voor beeldschermadapter om de beeldscherminstellingen te wijzigen.

3. Klik op een tabblad om de bijbehorende instellingen aan te passen.

   Opmerking:

   Uw computer heeft mogelijk meer tabbladen dan hier worden vermeld. Veel fabrikanten van videokaarten leveren instellingen die zijn ontworpen voor hun specifieke videohardware. Deze extra instellingen variëren per type videohardware dat wordt gebruikt en worden hier niet besproken.

   • Adapter

     • Eigenschappen : Klik op Eigenschappen om toegang te krijgen tot de hardware-eigenschappen voor uw videokaart of ingebouwde videohardware. U kunt het venster Eigenschappen ook openen via Apparaatbeheer.

     • Alle modi weergeven : Dit is een lijst met alle ondersteunde grafische resoluties en vernieuwingsfrequenties die door de videokaart of ingebouwde videohardware naar de monitor kunnen worden verzonden. U kunt de lijst met geldige modi gebruiken om een modus te vinden die compatibel is met de monitor die u gebruikt. Als u een compatibele modus hebt gevonden, kunt u de vernieuwingsfrequentie wijzigen op het tabblad Beeldscherm en de beeldschermresolutie op het tabblad Instellingen in het venster Weergave-eigenschappen.

   • Monitor

     • Eigenschappen : Klik op de knop Eigenschappen om de hardware-eigenschappen voor uw monitor te openen. U kunt het venster Eigenschappen ook openen via Apparaatbeheer.

     • Vernieuwingsfrequentie van het scherm : Bepaalt hoe vaak de monitor een volledig scherm weergeeft per seconde. Een hogere vernieuwingsfrequentie kan aangenamer zijn voor uw ogen, maar de videohardware moet in dat geval harder werken en meer bronnen gebruiken. Selecteer een lagere frequentie die compatibel is met de adapter. Als het scherm enigszins flikkert of als de wijziging vervelend is voor uw ogen, probeer de frequentie dan naar de eerstvolgende beschikbare hogere frequentie te wijzigen. Overschrijd nooit de frequentie die voor de monitor beschikbaar is.

       Let op!:

       Verwijder het vinkje naast Modi verbergen die dit beeldscherm niet kan weergeven niet. Als de vernieuwingsfrequentie wordt gewijzigd in een frequentie die de monitor niet kan accepteren, kan dit de monitor blijvend beschadigen.

   • Kleurbeheer :

     Het tabblad Kleurbeheer biedt instellingen voor het wijzigen van de kleuruitvoer naar het beeldscherm. Gewoonlijk gebruikt u Kleurbeheer niet, tenzij in een speciale situatie, bijvoorbeeld wanneer u de kleuren op het beeldscherm wilt aanpassen aan de kleuren op een printer. Door het aanpassen van deze instellingen worden de kleuren van alles dat in Windows wordt weergegeven gewijzigd. Doe dit alleen wanneer dat noodzakelijk is.

4. Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan en het venster te sluiten.

Windows is vooraf geladen met een aantal schermbeveiligingen waaruit u kunt kiezen.

1. Zoek in Windows naar en open Schermbeveiliging wijzigen. Het venster Instellingen voor schermbeveiliging wordt weergegeven.

2. Selecteer een schermbeveiliging uit het menu.

   

3. Klik op Instellingen om een venster met instellingen voor de geselecteerde schermbeveiliging te openen (indien er instellingen beschikbaar zijn).

4. Klik op Voorbeeld om te zien hoe de schermbeveiliging op het computerscherm wordt weergegeven. Verplaats de muis wanneer u de voorvertoning van de schermbeveiliging hebt bekeken.

5. Selecteer het aantal minuten in het veld Wachten. Dit zijn een aantal minuten met inactiviteit voordat de schermbeveiliging wordt geopend.

   Opmerking:

   Zorg ervoor dat de wachttijd voor de schermbeveiliging lager is dan het aantal minuten waarna de computer in de slaapstandmodus gaat.

6. Als u wilt dat de computer aanmeldingsreferenties vereist zodra de sessie wordt hervat, selecteert u Aanmeldingsscherm weergeven bij hervatten.

7. Klik op OK om de instellingen op te slaan en sluit het venster Weergave-eigenschappen.

Als de schermbeveiliging niet wordt geopend nadat de geselecteerde tijd is verstreken, kan het probleem worden veroorzaakt door activiteit van bepaalde hardware-apparaten. Gebruik de instellingen van het Apparaatbeheer om te voorkomen dat deze hardware-apparaten de screensaver storen.

1. Zoek in Windows naar en open Apparaatbeheer.

2. Dubbelklik op het apparaattype dat mogelijk stoort op de schermbeveiliging en dubbelklik op de apparaatnaam om het venster Eigenschappen te openen.

   Enkele apparaten waarbij er vaak problemen optreden met de schermbeveiliging zijn een optische muis (Muizen en andere aanwijsapparaten), 'always-on' internetverbinding (Netwerkadapters) en high-definition audio (Besturing voor geluid, video en games).

3. Klik op het tabblad Energiebeheer en verwijder het vinkje bij Dit apparaat mag de computer uit de slaapstand halen.

   Opmerking:

   Als u wilt verhinderen dat de muis de computer activeert, kunt u de computer activeren met behulp van de spatiebalk op het toetsenbord.

   

4. Klik op OK, sluit alle geopende vensters en start de computer opnieuw op.

5. Koppel alle aangesloten apparaten die niet essentieel zijn los, zoals printers, scanners en USB-stations.

6. Start de pc opnieuw op terwijl alleen de originele muis, monitor en het toetsenbord zijn aangesloten.

   Als het probleem met de slaap-/stand-bystand hiermee is opgelost, dan wordt het probleem door een van de aangesloten apparaten veroorzaakt. Sluit één apparaat weer aan en start de computer opnieuw op om te zien of het probleem is verholpen. Blijf apparaten toevoegen en testen tot u het apparaat vindt dat het probleem veroorzaakt.