Error:

Javascript is in deze browser uitgeschakeld. Voor deze pagina is Javascript vereist. Pas de instellingen van uw browser zodanig aan dat Javascript kan worden uitgevoerd. Zie de documentatie van uw browser voor meer specifieke instructies.

hp-support-head-portlet

Acties

Bezig met laden...

HP klantenondersteuning - kennisdatabase

hp-contact-secondary-navigation-portlet

Acties

Bezig met laden...

hp-share-print-widget-portlet

Acties

Bezig met laden...

Informatie

Meer informatie over upgraden naar Windows 11
Handleiding over upgraden naar Windows 11 .

Informatie

Los het updateprobleem van Windows 10 op een HP computer of printer op. Klik hier

Feedback

hp-concentra-wrapper-portlet

Acties

Bezig met laden...

HP printer instellen (ingebouwd Windows-stuurprogramma)

Stel uw printer in met behulp van het printerstuurprogramma van Windows.

Opmerking:

HP raadt u aan om HP Smart - Microsoft Store te installeren (in het Engels) of het stuurprogramma met volledige functionaliteit bij 123.hp.com te installeren om te profiteren van alle printerfuncties.

Een netwerkprinter toevoegen aan Windows

Stel een draadloze of bekabelde netwerkprinter in Windows zonder extra stuurprogramma's te installeren.

Zoek in Windows naar en open de Instellingen voor installatie van het apparaat wijzigen en controleer of Ja (aanbevolen) is geselecteerd.
Plaats de printer in de buurt van de draadloze router.
Verbind de printer met hetzelfde netwerk als waarmee uw computer is verbonden.
- Wifiverbinding voor printers met een touchscreenbedieningspaneel: Selecteer het menu Setup, Netwerk of Draadloos, selecteer Wizard draadloos instellen en volg de instructies op het scherm om de printer met uw netwerk te verbinden.
- Wifiverbinding voor de meeste printers zonder touchscreenbedieningspaneel: Houd de knop Draadloos gedurende vijf seconden ingedrukt of totdat het lampje voor draadloze communicatie knippert. Druk binnen twee minuten op de WPS-knop (Wi-Fi Protected Setup) op de router en houdt deze ingedrukt totdat de verbindingsprocedure begint. Het lampje voor draadloze communicatie op de printer stopt met knipperen wanneer de verbinding is voltooid.
- Wifiverbinding voor HP DeskJet 6000 en 6400, ENVY 6000 en 6400 en Tango printers: Houd de Wi-Fi-knop en de Aan/uit-knop aan de achterkant van de printer vijf seconden ingedrukt totdat de blauwe balk knippert. Druk binnen twee minuten op de WPS-knop (Wi-Fi Protected Setup) op de router en houdt deze ingedrukt totdat de verbindingsprocedure begint. Het blauwe balkje stopt met knipperen wanneer de verbinding is voltooid.
- Bekabelde (Ethernet-)netwerkverbinding: Sluit de netwerkkabel op de Ethernet-poort van de printer en op een beschikbare poort op de router of het toegangspunt aan. Het groene verbindingslampje bij de printerpoort zou ononderbroken moeten branden en het oranje activiteitslampje zou moeten knipperen.
Zoek in Windows naar Printer of scanner toevoegen en open deze functie.
Klik op Printer of scanner toevoegen. Wacht totdat Windows de printer heeft gevonden. Klik op de naam van de printer en klik op Apparaat toevoegen om de installatie te voltooien.

Als uw printer niet wordt gevonden, klikt u op De printer die ik wil, wordt niet vermeld. Selecteer een optie om de printer te zoeken en toe te voegen in het venster Een printer zoeken via andere opties.

Een printer met USB-verbinding toevoegen aan Windows

Stel een printerverbinding via USB in Windows zonder extra stuurprogramma's te installeren.

Zoek in Windows naar en open de Instellingen voor installatie van het apparaat wijzigen en controleer of Ja (aanbevolen) is geselecteerd.
Controleer of er een vrije USB-poort beschikbaar is op uw computer. Sluit de printer niet aan op een USB-hub of dockingstation, omdat de printer mogelijk niet genoeg stroom ontvangt om goed te kunnen werken.
Zet de printer aan en sluit vervolgens de USB-kabel aan op de printer en op de computerpoort.
Als het bericht Nieuwe hardware gevonden verschijnt, volgt u de instructies om de printer te installeren.
- Als u kunt afdrukken, is het stuurprogramma correct geïnstalleerd.
- Als u niet kunt afdrukken, gaat u verder met deze stappen om de printer toe te voegen in Windows-instellingen.
Zoek in Windows naar Printer of scanner toevoegen en open deze functie.
Klik op Printer of scanner toevoegen en wacht totdat Windows de beschikbare printers heeft gevonden.
- Als uw printer is gevonden, klikt u erop. Klik vervolgens op Apparaat toevoegen om de installatie van het stuurprogramma te voltooien.
- Als uw printer niet wordt vermeld, gaat u verder met de volgende stappen.
Klik op Mijn printer staat niet in de lijst.
In het venster Zoek een printer via andere opties, selecteer Voeg een lokale printer of netwerkprinter toe met handmatige instellingen en klik vervolgens op Volgende.
In het scherm Selecteer een printerpoort selecteert u Een bestaande poort gebruiken en klikt u vervolgens op USB001: (Virtuele printerpoort voor USB) in het uitklapmenu en klik dan op Volgende.
Volg de instructies voor het installeren van het stuurprogramma voor uw printermodel.

Veelgestelde vragen

Hebt u nog vragen? Ontvang extra antwoorden en ondersteuning.

Hoe gebruik ik de printerfuncties en -instellingen?

Windows ondersteunt de meeste standaardtaken voor afdrukken en scannen met behulp van het ingebouwde stuurprogramma.

Documenten en foto's scannen: Voltooi scantaken met een Windows-app die werkt met het ingebouwde stuurprogramma.
- Windows faxen en scannen: Zoek in Windows naar Windows Faxen en scannen en open deze applicatie. Klik op Nieuwe scan en selecteer uw printer.
- Windows Paint: Zoek in Windows naar Paint en open deze applicatie. Klik op Bestand > Van scanner of camera.
- Windows Scan-app: Zoek in Windows naar de app Scanner en open deze. Als de printer niet wordt vermeld, gaat u naar Windows Scan (Engelstalig) om dit te installeren.
De afdruktaak instellen: Klik afhankelijk van de app op het pictogrammenu en vervolgens op Afdrukken of klik op Bestand > Afdrukken.
De geschatte inktniveaus controleren: Controleer de inktniveau-indicators op het bedieningspaneel, indien beschikbaar. Of druk een zelftestpagina of een printerstatusrapport af.
Afdrukinstellingen wijzigen: Zoek in Windows naar Printers en scanners en open deze functie. Klik op de naam van uw printer, klik op Beheren en klik vervolgens op Voorkeursinstellingen voor afdrukken in het linker gedeelte.
Fax: Gebruik de knoppen en menu's op het bedieningspaneel van de printer.
Gebruik de startpagina van de printer (alleen voor netwerkprinters): Voorkeuren beheren, firmware-updates downloaden en onderhoudstaken uitvoeren. U opent de startpagina door het IP-adres van de printer in een adresbalk van een internetbrowser in te voeren. Gebruik een van de volgende methoden om de het IP-adres van het product te verkrijgen.
- De meeste printers met bedieningspaneel met aanraakscherm: Zoek het IP-adres in het menu Draadloos overzicht of in netwerkinstellingen.
- HP Inkjet printers met een bedieningspaneel zonder touchscreen: Druk tegelijk op de knoppen Draadloos en Informatie of druk tegelijk op de knoppen Draadloos en Start kopiëren zwart . Er wordt een rapport afgedrukt waarin het IP-adres wordt vermeld.
- Meeste HP LaserJet printers: Houd de knop Draadloos 10 seconden ingedrukt of tot lampje Gereed knippert, of ga naar het menu Draadloos en vervolgens naar de Draadloos netwerktest. Er wordt een rapport afgedrukt waarin het IP-adres wordt vermeld.
- HP DeskJet 6000 en 6400, ENVY 6000 en 6400 en Tango printers: Houd de knop Informatie ingedrukt totdat de andere knoppen op het bedieningspaneel gaan branden en tik vervolgens tegelijkertijd op de knoppen Informatie en Doorgaan. Er wordt een rapport afgedrukt waarin het IP-adres wordt vermeld.
- Laser NS en Neverstop Laserprinters: Houd de knoppen Doorgaan en Draadloos gedurende 3 seconden ingedrukt. Er wordt een rapport afgedrukt waarin het IP-adres wordt vermeld.

Wat als de printer geen verbinding maakte met het netwerk?

Controleer of er problemen zijn met het netwerk en bekijk de installatievereisten als de printer geen verbinding kon maken.

De netwerkverbinding controleren: Plaats de printer en de computer of het mobiele apparaat dichter bij de draadloze router en controleer vervolgens of de signaalkwaliteit is verbeterd. Probeer een website te openen om te controleren of de internetverbinding goed werkt. Bij een trage of haperende wifiverbinding start u de router opnieuw op door het netsnoer los te koppelen. Wacht vervolgens 15 seconden voordat u het snoer opnieuw aansluit.
Printer is uitgeschakeld of in slaapstand: Raak het menu op het bedieningspaneel aan of druk op de aan/uit-knop. De printer komt nu uit de slaapstand en is weer gereed voor gebruik. Soms wordt op de printer de status Offline weergegeven terwijl de printer eigenlijk gereed is.
De printer opnieuw opstarten: Door de printer opnieuw op te starten, kan het probleem worden verholpen en wordt de draadloze verbinding hersteld.
Controleer het draadloze signaal van de printer: Als uw printer een lampje heeft naast het pictogram of de knop Draadloos , controleer dan of dit lampje brandt. Controleer de instellingen van het draadloze netwerk om er zeker van te zijn dat het signaal is ingeschakeld.
Een Testrapport voor draadloos netwerk afdrukken: Zoek op de website van HP Klantenondersteuning naar uw printermodel en zoek op 'Zelftestpagina' om het document te vinden over het afdrukken en evalueren van het rapport.

Wat moet ik doen als mijn printer tijdens de USB-installatie niet wordt gevonden of verbonden?

Controleer de USB-kabel op beschadigingen en aanbevolen lengte, en start vervolgens uw printer en computer opnieuw op.

Schakel de printer en de computer uit.
Koppel de USB-kabel los van de computer en printer en inspecteer de kabel.
- Als de kabel beschadigd is of langer is dan 3 meter (9 ft 10 in), vervangt u deze.
- Als de kabel onbeschadigd is en korter is dan 3 m (9 ft 10 in), sluit u de kabel aan op een andere USB-poort op de computer. De USB-poort moet 2.0 of hoger zijn. Als u een USB-hub of een dockingstation gebruikt, sluit u de kabel rechtstreeks op de computer aan.
Sluit de kabel aan op de printer.
Schakel de computer in en wacht totdat deze is opgestart.
Schakel de printer in en voeg vervolgens uw printer (Mac) toe of wacht tot de computer het nieuwe apparaat installeert (Windows).

Wat moet ik doen als mijn printer niet wordt gevonden of wanneer de bekabelde netwerkverbinding mislukt?

Controleer of u een onbeschadigde Ethernetkabel gebruikt, kijk of er een groen lampje in de buurt van de Ethernet-poort van de printer is en druk dan een rapport af om de verbinding te controleren.

Schakel de printer uit en koppel de Ethernetkabel los van de router en de printer.
Controleer de kabel op beschadiging en controleer vervolgens of het wel een Ethernetkabel is en geen telefoonsnoer.

Opmerking:
Ethernetkabels en telefoonsnoeren lijken op elkaar, maar Ethernetkabels zijn doorgaans groter en hebben acht zichtbare draden aan de connector.
Sluit de kabel opnieuw aan op een andere ethernet- of LAN-poort op de router en sluit het andere uiteinde aan op de ethernetpoort van de -printer.
Zet de printer aan.
Controleer de lampjes op de Ethernetpoort van de printer om er zeker van te zijn dat de verbinding is geslaagd. Het groene lampje zou ononderbroken moeten branden en het oranje activiteitslampje zou moeten knipperen.
Een testrapport voor het draadloze netwerk of Netwerk Configuratie-rapport afdrukken.
- Inkjetprinters met een bedieningspaneelmenu: Open het menu Draadloos, Netwerkinstellingen of Instellingen om de lijst met beschikbare rapporten te zoeken.
- Meeste inkjetprinters zonder een bedieningspaneelmenu: Druk tegelijk op de knoppen Draadloos en Informatie of druk tegelijk op de knoppen Draadloos en Start kopiëren zwart.
- LaserJet-printers: Houd de knop Draadloos 10 seconden ingedrukt of tot lampje Gereed knippert, of ga naar het menu Draadloos en vervolgens naar de Draadloos netwerktest.
- Laser NS en Neverstop Laserprinters: Houd de knoppen Doorgaan en Draadloos gedurende 3 seconden ingedrukt.
- DeskJet 6000 en 6400, ENVY 6000 en 6400 en Tango printers: Houd de knop Informatie ingedrukt totdat de andere knoppen op het bedieningspaneel gaan branden en tik vervolgens tegelijkertijd op de knoppen Informatie en Doorgaan.
Zorg ervoor dat de netwerkstatusgereed is of volg instructies voor het oplossen van netwerkproblemen die in het rapport worden genoemd.