HP printers - 'Tussenkomst van de gebruiker vereist' fout (Windows)

Als de printer niet reageert of niet werkt zoals verwacht, kijk dan of er een foutbericht wordt weergegeven om meer nuttige informatie te vinden.

1. Controleer het bedieningspaneel van de printer: Als de lampjes op de printer knipperen of een foutmelding wordt weergegeven, volgt u de instructies op het bedieningspaneel van de printer of de printersoftware om het probleem op te lossen. Als er geen instructies worden weergegeven, gaat u naar HP Klantenondersteuning, typt u uw printermodel en zoekt u naar knipperende lampjes of de specifieke fout voor gedetailleerde stappen.

2. De printersoftware of de HP Smart-app controleren: Fouten en meldingen in HP software en apps geven soms instructies voor het oplossen van problemen met de printer.

Gebruik HP Print and scan Doctor op uw Windows-computer om problemen met afdrukken en scannen vast te stellen en op te lossen.

1. Controleer of er papier in de hoofdlade is geplaatst en schakel vervolgens de printer in.

2. Download HP Print and Scan Doctor en volg de installatie-instructies. Open het hulpprogramma.

3. In het welkomstscherm klikt u op Start om uw printer te selecteren en de diagnostische test uit te voeren.

4. Als uw printer niet wordt gevonden, klikt u op Mijn product wordt niet vermeld en volgt u de instructies voor de verbinding.

Stop de afdrukspooler, verwijder alle printtaakbestanden en start de computer en de printer opnieuw op.

1. Schakel de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact.

2. Zoek in Windows naar Services en open deze functie.

3. Klik in het venster Services met de rechtermuisknop op Afdrukspooler en selecteer Stoppen.

   

4. Wanneer de printspooler is gestopt, sluit u het venster Services.

5. Open Bestandenverkenner in Windows.

6. Ga naar C: > Windows > Systeem 32 > spool > PRINTERS.

7. Verwijder alle bestanden in de map PRINTERS.

8. Schakel de computer uit.

9. Sluit het netsnoer weer op de printer aan en schakel de printer in.

10. Schakel de computer in.

Reset de printer voor het herstellen van problemen met de printer.

1. Als uw printer een oplaadbare accu heeft, verwijdert u deze.

2. Koppel het netsnoer los van de printer zonder de printer uit te zetten.

3. Haal het netsnoer uit het stopcontact.

4. Wacht 60 seconden.

5. Sluit het netsnoer opnieuw aan op een stopcontact en de printer.

   Opmerking:

   HP raadt aan om de printer rechtstreeks op een stopcontact aan te sluiten.

6. Schakel de printer in om de reset te voltooien.

Windows bevat een hulpprogramma voor probleemoplossing waarmee printerproblemen kunnen worden opgelost.

1. Zoek in Windows naar en open Probleemoplossing instellingen.

2. Klik op Printer > Probleemoplosser uitvoeren.

   

3. Selecteer uw printer in de lijst en klik op Volgende.

Print een pagina met testresultaten voor de netwerkconfiguratie of het draadloze netwerk en gebruik de informatie ervan om uw printer draadloos te verbinden.

1. Een Testrapport voor het draadloze netwerk of Netwerkconfiguratierapport afdrukken.

   • Inkjetprinters met een bedieningspaneelmenu: Open het menu Draadloos, Netwerkinstellingen of Instellingen om de lijst met beschikbare rapporten te zoeken.

   • Meeste inkjetprinters zonder een bedieningspaneelmenu: Druk tegelijk op de knoppen Draadloos en Informatie of druk tegelijk op de knoppen Draadloos en Start kopiëren zwart.

   • LaserJet printers: Houd de knop Draadloos 10 seconden ingedrukt of tot lampje Gereed knippert, of ga naar het menu Draadloos en vervolgens naar de Draadloos netwerktest.

   • Laser NS en Neverstop Laserprinters: Houd de knoppen Doorgaan en Draadloos gedurende 3 seconden ingedrukt.

   • DeskJet 6000 en 6400, ENVY 6000 en 6400 en Tango printers: Houd de knop Informatie ingedrukt totdat de andere knoppen op het bedieningspaneel gaan branden en tik vervolgens tegelijkertijd op de knoppen Informatie en Doorgaan.

2. Zoek de status van de draadloze verbinding, het IP-adres, het subnetmasker, de standaard gateway en de URL op de afdruk.

   • Draadloze status: Bij 802.11 draadloos zou de StatusVerbonden moeten zijn. Als dit niet het geval is, is uw printer niet verbonden met het draadloze netwerk. Verbind uw printer met het draadloze netwerk. Ga naar Verbinding maken met een draadloze HP-printer voor meer informatie.

     

   • IP-adres, subnetmasker en standaard gateway: Zoek het IP-adres, subnetmasker en de standaard gateway van de printer onder 802.11 draadloos. Als u verschillende nummers hebt gevonden voor IPv4 en IPv6, hebt u alleen het IPv4-nummer nodig.

     

   • URL('s): Zoek in het gedeelte Algemene informatie de URL('s) voor Geïntegreerde webserver op. Uw printer kan meerdere URL's hebben.

     

3. Open een internetbrowser op een computer die is verbonden met hetzelfde netwerk als uw printer en typ een van de URL's in het adresveld en druk vervolgens op Enter om de EWS van de printer te openen. Als de EWS niet wordt weergegeven, probeert u een andere browser.

4. Klik in de EWS op het tabblad Netwerk of Netwerken, open de optie Draadloos en klik vervolgens op IPv4- configuratie.

5. Selecteer Handmatig IP en geef uw printerinformatie op.

   

   • Klik op Een handmatig IP-adres voorstellen en zorg ervoor dat de velden voor Handmatig IP-adres, Handmatig subnetmasker en Handmatige standaard gateway overeenkomen met de informatie van uw printer op de netwerkconfiguratiepagina.

   • Als Een handmatig IP-adres voorstellen niet beschikbaar is, typt u zelf de informatie op de netwerkconfiguratiepagina in het veld IP-adres, Subnetmasker en Standaard gateway.

6. Klik op Toepassen en wacht tot de wijzigingen zijn bevestigd.

Een printerpoort toevoegen aan Windows die overeenkomt met het IP-adres van uw printer.

1. Een Testrapport voor het draadloze netwerk of Netwerkconfiguratierapport afdrukken.

   • Inkjetprinters met een bedieningspaneelmenu: Open het menu Draadloos, Netwerkinstellingen of Instellingen om de lijst met beschikbare rapporten te zoeken.

   • Meeste inkjetprinters zonder een bedieningspaneelmenu: Druk tegelijk op de knoppen Draadloos en Informatie of druk tegelijk op de knoppen Draadloos en Start kopiëren zwart.

   • LaserJet printers: Houd de knop Draadloos 10 seconden ingedrukt of tot lampje Gereed knippert, of ga naar het menu Draadloos en vervolgens naar de Draadloos netwerktest.

   • Laser NS en Neverstop Laserprinters: Houd de knoppen Doorgaan en Draadloos gedurende 3 seconden ingedrukt.

   • DeskJet 6000 en 6400, ENVY 6000 en 6400 en Tango printers: Houd de knop Informatie ingedrukt totdat de andere knoppen op het bedieningspaneel gaan branden en tik vervolgens tegelijkertijd op de knoppen Informatie en Doorgaan.

2. Zoek het IP-adres van de printer op de netwerkconfiguratiepagina.

3. Zoek in Windows naar Printers en scanners en open deze functie.

4. Klik op de naam van uw printer en selecteer Beheren.

5. Klik op Eigenschappen van printer.

6. Klik op het tabblad Poorten en klik vervolgens op Poort toevoegen.

7. Klik op Standaard TCP/IP-poort en klik vervolgens op Nieuwe poort.

   

8. Typ het IP-adres van de printer en klik op Volgende.

9. Selecteer de nieuwe standaard TCP/IP-poort in de lijst en klik op OK.

   Opmerking:

   Er worden mogelijk twee printers weergegeven in de lijst met apparaten. Verwijder geen van de printers en maak de installatie ervan niet ongedaan.