HP Color LaserJet Pro M479 - De printer installeren (hardware)

1. Kies een plaats voor de printer die voldoet aan de volgende specificaties:
   • Een stevige, goed geventileerde, stofvrije plek uit direct zonlicht
   • Temperatuurbereik: 15° - 30°C (59° - 86°F)
   • Vochtigheidsbereik: 30% tot 80%
   • Voldoende ruimte om de printer heen om alle kleppen en laden te kunnen openen.
   Afbeelding : Printerafmetingen als deze volledig is geopend
   
2. Haal de HP printer uit de doos en controleer of de inhoud overeenkomt met deze afbeelding.

     let op:

   Het M479fnw-model weegt 21,8 kg (48,06 lb) en de M479dw-, M479fdn- en M479fdw-modellen wegen 23,2 kg (51,15 lb). HP adviseert dat twee mensen de printer optillen.

   Afbeelding : Inhoud van de doos
   

   opmerking:

   Alleen faxmodellen worden geleverd met een telefoonsnoer.

3. Verwijder het verpakkingsmateriaal en de transporttape en film van het bedieningspaneel van de printer.

   opmerking:

   HP beveelt het hergebruik van verpakkingsmaterialen te allen tijde aan.

   Afbeelding : Verwijder de tape en beschermende folie
   

1. Verwijder de lade volledig uit de printer.
   Afbeelding : Open de lade
   
2. Stel de papiergeleiders in door de afstelvergrendelingen in te drukken en de geleiders op te schuiven tot het formaat van het papier dat u gebruikt.
   Afbeelding : Verschuif de geleiders
   
3. Plaats het papier in de lade.

   opmerking:

   Verplaatst de papiergeleiders niet te strak tegen de papierstapel. Pas de papiergeleiders aan op basis van de inkepingen of de markeringen in de lade.

   opmerking:

   Schuif de papiergeleiders naar het juiste formaat en plaats niet te veel papier in de lade om storingen te voorkomen. Let erop dat de bovenkant van de stapel niet boven de indicators voor de maximale stapelhoogte uitkomt, zoals weergegeven in de vergroting in de afbeelding.

   opmerking:

   Als de lade niet goed wordt ingesteld, kan tijdens het afdrukken een foutbericht verschijnen of kan het papier vastlopen.

   Afbeelding : Plaats papier
   
4. Schuif de lade volledig terug in de printer.
   Afbeelding : Sluit de lade
   

opmerking:

Er is geen netwerkkabel meegeleverd bij de printer.

  let op:

Sluit nu nog geen USB-kabel aan. Als u een USB-kabel wilt gebruiken om de printer aan te sluiten op de computer, sluit u deze aan wanneer daarom wordt gevraagd tijdens de software-installatie.

  let op:

Controleer of de voedingsbron geschikt is voor het voltage van de printer. U vindt het nominale voltage op het printerlabel. De printer werkt op 110-127V AC of 220-240V AC en 50/60 Hz.

opmerking:

UPS-back-upsystemen bieden mogelijk niet genoeg vermogen voor HP LaserJet-printers en kunnen bij gebruik mogelijk een waarschuwingssignaal afgeven. Voor de beste resultaten raadt HP aan om de printer op een beveiligde stroomkring aan te sluiten.

1. Druk op de aan-uitknop om de printer in te schakelen.
   Afbeelding : De printer inschakelen

   
2. Wacht 60 seconden voordat u doorgaat. Als gedurende deze tijd de printer op een netwerk is aangesloten, zal het netwerk de printer herkennen en een IP-adres of hostnaam toewijzen aan de printer.

1. Volg de aanwijzingen op het bedieningspaneel om Taal, Land/regio, Datum/tijd, en Zelfbeheerd of IT-beheerd te configureren.
   • Self-managed (Zelfbeheerd): Geoptimaliseerde standaardinstellingen voor de meeste gebruikers, inclusief stappen voor begeleide installatie en configuratie en automatische updates
   • IT-managed (IT-beheerd): Geoptimaliseerde standaardinstellingen voor apparatuurbeheer
2. Volg eventuele extra aanwijzingen om de installatie via het bedieningspaneel te voltooien.

   opmerking:

   Instellingen zijn na deze eerste set-up volledig aanpasbaar.

1. Veeg in het beginscherm van het bedieningspaneel van de printer het tabblad aan de bovenkant van het scherm omlaag om het Dashboard te openen en raak vervolgens het pictogram Instellingen aan.
2. Open het menu Rapporten en selecteer Configuratierapport printer.
3. Als de printer is verbonden met een netwerk, zoekt u het IP-adres op de Jetdirect-pagina.
   • IPv4: Als het IP-adres 0.0.0.0 of 192.0.0.192 of 169.254.x.x is, configureert u het IP-adres handmatig. Als het IP-adres iets anders is, is de netwerkconfiguratie geslaagd.
   • IPv6: Als het IP-adres begint met 'fe80:', moet de printer kunnen afdrukken. Als dit niet het geval is, configureert u het IP-adres handmatig.
   Afbeelding : Jetdirect-pagina
   

opmerking:

De configuratiepagina bevat informatie over de firmwareversie die u kunt raadplegen bij het bijwerken van de firmware.

opmerking:

Overleg met de netwerkbeheerder voordat u de printerfirmware bijwerkt.

• Een printerdriver installeren met een USB-kabel (Windows)
• Een printerdriver installeren met een Ethernetkabel (Windows)
• De printersoftware in Windows installeren op een draadloos netwerk

• Een printerstuurprogramma installeren met een USB-kabel (macOS)
• De printersoftware in macOS installeren op een bekabeld (Ethernet) netwerk
• De printersoftware in macOS installeren op een draadloos netwerk

opmerking:

In bepaalde landen/regio's is mogelijk een adapter vereist voor het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd.