Op het scherm van het bedieningspaneel worden berichten weergegeven die de status van de printer of fouten aangeven. Zie onderstaande tabellen voor de berichten en hun betekenis en, indien nodig, om het probleem op te lossen.
opmerking:
De fout kan worden opgelost met de richtlijn van het programmavenster Printing Status (Afdrukstatus) van de computer. Zie hiervoor Using Samsung Printer Status (Samsung Printer Status gebruiken). Als een bericht niet in de tabel staat, start u het apparaat opnieuw op en probeert u de afdruktaak opnieuw. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: Zoek op de ondersteuningswebsite naar de inhoud van het bericht op het scherm. Sommige berichten worden mogelijk niet op het scherm weergegeven, afhankelijk van de opties of modellen. [foutnummer]: Geeft het nummer van de fout aan. [ladenummer]: Geeft het nummer van de lade aan. [mediatype]: Geeft de kleur van de toner aan. [mediaformaat]: Geeft het formaat van het medium aan. [type eenheid]: Geeft het type eenheid aan.
Bericht
|
Betekenis
|
Voorgestelde oplossingen
|
Niet genoeg toner geleverd. Verwijder de verpakkingstape van de tonercartridge of schud deze eraf. Bel voor onderhoud als het probleem aanhoudt.
|
Het apparaat detecteert geen tonercartridge. Of de verpakkingstape is van de tonercartridge verwijderd.
|
Verwijder de verpakkingstape van de tonercartridge. Zie de Quick Install Guide (Gids voor snelle installatie).
|
Einde levensduur. Vervangen door nieuwe belichtingseenheid
|
De geschatte levensduur van de aangegeven belichtingseenheid is bereikta.
|
Vervang de belichtingseenheid door een originele Samsung belichtingseenheid. Zie hiervoor Replacing the imaging unit (Belichtingseenheid vervangen).
|
Einde levensduur. Vervangen door nieuwe tonercartridge
|
De geschatte levensduur van de aangegeven tonercartridge is bereikta.
|
Vervangen de tonercartridge met een originele Samsung-tonercartridgeb. Zie hiervoor Replacing the toner cartridge (Tonercartridge vervangen).
|
Motorsysteemstoring [foutnummer]. Zet uit en weer aan.
|
Er is een probleem in het motorsysteem.
|
Schakel het apparaat uit en vervolgens weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
Motorstoring [foutnummer]. Bel voor onderhoud als het probleem aanhoudt.
|
||
Ventilatorstoring: [foutnummer]. Zet uit en weer aan. Bel voor onderhoud als het probleem aanhoudt.
|
Er is een probleem in het ventilatorsysteem.
|
Schakel het apparaat uit en vervolgens weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
Voorklep is open. Sluit deze.
|
De klep is niet goed vergrendeld.
|
Sluit de klep zodat deze vastklikt.
|
Fuser-storing [foutnummer]: Zet uit en weer aan.
|
Er is een probleem in de fusereenheid.
|
Schakel het apparaat uit en vervolgens weer aan. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
Fusereenheidstoring [foutnummer]: Zet uit en weer aan.
|
||
Belichtingseenheidstoring: [foutbericht] Installeer de belichtingseenheid opnieuw.
|
De belichtingseenheid is niet geïnstalleerd.
|
Installeer de belichtingseenheid. Als deze al is geïnstalleerd, probeer de belichtingseenheid dan opnieuw te installeren. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
Belichtingseenheidstoring: [foutbericht] Bel voor onderhoud.
|
Er is een probleem met de belichtingseenheid.
|
Schakel het apparaat uit en vervolgens weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
Belichtingseenheid is niet compatibel. Zie de gebruikershandleiding.
|
De belichtingseenheid die u hebt geïnstalleerd, is niet bestemd uw apparaat.
|
Installeer een originele Samsung belichtingseenheid die voor uw apparaat is ontworpen. Zie hiervoor Available Benodigdheden (Beschikbare benodigdheden).
|
Invoersysteemstoring [foutnummer]: Controleer de aansluiting van [ladenummer].
|
Er is een probleem met de lade.
|
Open en sluit de lade. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
Invoersysteemstoring [foutnummer]: Trek [ladenummer] naar buiten en plaats deze terug.
|
Er is een probleem met de lade.
|
Open en sluit de lade. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
Lampstoring: [foutnummer]. Open de klep en sluit deze. Bel voor onderhoud als het probleem aanhoudt.
|
Er is een probleem met de lamp.
|
Open en sluit de lade. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
Plaats handmatig [Letter] of [Gewoon] papier
|
Het opgegeven papierformaat in de eigenschappen van de printer komt niet overeen met het papier dat u laadt.
|
Plaats het juiste papier in de lade. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
LSU-storing: [foutnummer]. Schakel uit en vervolgens weer in.
|
Er is een probleem met de LSU
|
Schakel het apparaat uit en vervolgens weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
LSU-storing: [foutnummer]. Zet uit en weer aan. Bel voor onderhoud als het probleem aanhoudt.
|
Schakel het apparaat uit en vervolgens weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
|
Motorstoring: [foutnummer]. Zet uit en weer aan. Bel voor onderhoud als het probleem aanhoudt.
|
Er is een probleem in het motorsysteem.
|
Schakel het apparaat uit en vervolgens weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
Storing van origineel papier aan voorkant van de scanner
|
De originelen zijn vastgelopen in de Dual-Scan documentinvoer.
|
Verwijder het vastgelopen papier. Zie hiervoor Original paper jam in front of scanner (Storing van origineel aan voorkant van de scanner).
|
Storing van origineel papier aan voorkant van de scanner
|
De originelen zijn vastgelopen in de Dual-Scan documentinvoer.
|
Verwijder het vastgelopen papier. Zie hiervoor Original paper jam inside of scanner (Storing van origineel in de scanner).
|
De uitvoerbak is vol. Verwijder afgedrukt papier.
|
De uitvoerlade is vol.
|
Verwijder afdrukken uit de uitvoerlade. Het apparaat gaat verder met afdrukken.
|
Papier is op in [ladenummer]. Plaats papier.
|
De lade bevat geen papier.
|
Plaats papier in de lade.
|
Geen papier in multifunctionele lade. Plaats papier.
|
De multifunctionele lade bevat geen papier.
|
Plaats papier in de multifunctionele lade.
|
Het papier in [ladenummer] is bijna op. Plaats papier.
|
Het papier in de lade is bijna op.
|
Plaats papier in de lade.
|
Papierstoring aan de onderkant van het duplexpad.
|
Papier is vastgelopen tijdens dubbelzijdig afdrukken.
|
Verwijder het vastgelopen papier. Zie hiervoor In the duplex unit area (In de duplexmodule).
|
Papierstoring in duplexpad.
|
||
Papierstoring aan bovenkant van duplexpad.
|
||
Papierstoring in uitvoergebied.
|
Er is papier vastgelopen in het uitvoergebied.
|
Verwijder het vastgelopen papier. Zie hiervoor In the exit area (In het uitvoergebied).
|
Papierstoring in het apparaat.
|
Er is papier vastgelopen in het apparaat.
|
Verwijder het vastgelopen papier. Zie In tray 1 (In lade 1) of In optional tray (In optionele lade) of Inside the machine (In het apparaat).
|
Papierstoring in lade 1.
|
Er is papier vastgelopen in het invoergebied van de lade.
|
Verwijder het vastgelopen papier. Zie hiervoor In tray 1 (In lade 1).
|
Papierstoring in lade 2.
|
Er is papier vastgelopen in de optionele lade.
|
Verwijder het vastgelopen papier. Zie hiervoor In optional tray (In optionele lade).
|
Papierstoring in lade 3.
|
||
Papierstoring in lade 4.
|
||
Nieuwe belichtingseenheid voorbereiden
|
De geschatte levensduura van de belichtingseenheid is bijna bereikt.
|
Bereid ter vervanging een nieuwe belichtingseenheid voor. Zie hiervoor Replacing the imaging unit (Belichtingseenheid vervangen).
|
Nieuwe tonercartridge voorbereiden
|
Het einde van de geschatte levensduur van de tonercartridgea is bijna bereikt.
|
Bereid ter vervanging een nieuwe tonercartridge voor. De afdrukkwaliteit kan tijdelijk worden verbeterd door de tonercartridge te schudden. Zie Toner opnieuw verdelen.
|
Achterklep is open. Sluit de klep
|
De klep is niet goed vergrendeld.
|
Sluit de klep zodat deze vastklikt.
|
Vervangen door nieuwe tonercartridge
|
De geschatte levensduur van de aangegeven tonercartridge is bijna bereikta.
|
Wanneer dit bericht wordt weergegeven moet u voor de beste afdrukkwaliteit de tonercartridge vervangen. Wanneer u een cartridge in deze staat nog gebruikt, kan dat leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit. Zie hiervoor Replacing the toner cartridge (Tonercartridge vervangen). Als het apparaat stopt met afdrukken, wordt u aangeraden de tonercartridge te vervangen. Zie Replacing the toner cartridge (Tonercartridge vervangen).
|
Vervangen door nieuwe belichtingseenheid
|
De geschatte levensduur van de aangegeven belichtingseenheid is bijna bereikta.
|
Vervang de belichtingseenheid voor de beste afdrukkwaliteit wanneer dit bericht wordt weergegeven. Wanneer u een belichtingseenheid na dit stadium nog gebruikt, kan dat leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit. Zie hiervoor Replacing the imaging unit (Belichtingseenheid vervangen).
|
Scanner vergrendeld of ander probleem opgetreden.
|
Het vastgelopen CCD (Charge-Coupled Device) is vergrendeld.
|
Ontgrendel het CCD. Schakel het apparaat uit en vervolgens weer in. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
Sensorstoring: [foutnummer]. Zet uit en weer aan. Bel voor onderhoud als het probleem aanhoudt.
|
Er is een probleem in het sensorsysteem.
|
Schakel het apparaat uit en vervolgens weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
Schud de tonercartridge en installeer deze vervolgens. Vervang de tonercartridge als het probleem zich blijft voordoen.
|
Er is nog maar een kleine hoeveelheid toner aanwezig in de aangegeven cartridge.
|
De afdrukkwaliteit kan tijdelijk worden verbeterd door de tonercartridge te schudden. Zie Toner opnieuw verdelen.
|
De kamertemperatuur is niet geschikt voor het ingestelde gebruik. Pas de kamertemperatuur aan
|
Het apparaat staat in een ruimte met een verkeerde kamertemperatuur.
|
Pas kamertemperatuur aan. Zie Specifications (Specificaties).
|
Tonercartridgestoring: [foutnummer]. Bel voor onderhoud
|
Er is een probleem met de tonercartridge.
|
Schakel het apparaat uit en vervolgens weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met: HP Klantenondersteuning.
|
Tonercartridge is niet geïnstalleerd. De cartridge plaatsen
|
Er is geen tonercartridge geïnstalleerd.
|
Installeer de tonercartridge opnieuw.
|
Tonercartridge is niet compatibel. Zie de gebruikershandleiding.
|
De belichtingseenheid die u hebt geïnstalleerd, is niet bestemd uw apparaat.
|
Installeer een originele Samsung belichtingseenheid die voor uw apparaat is ontworpen. Zie hiervoor Available Benodigdheden (Beschikbare benodigdheden).
|
Bovenklep van scanner is open
|
Het paneel van de documentinvoer voor dubbel scannen is niet goed vergrendeld.
|
Sluit de klep tot deze vastklikt.
|
Cassette van [ladenummer] is naar buiten getrokken. Plaats deze correct terug.
|
De lade is niet goed vergrendeld.
|
Sluit de lade tot deze vastklikt.
|
a. De geschatte levensduur van de tonercartridge geeft de gemiddelde capaciteit voor afdrukken aan. Dit is in overeenstemming met ISO/IEC 19752. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de werkomgeving, het percentage van het afbeeldingsgebied, het afdrukinterval, afbeeldingen, het type afdrukmateriaal en formaat van afdrukmateriaal.
|
||
b. Wanneer het einde van de levensduur van de belichtingseenheid is bereikt, stopt het apparaat met afdrukken. Kies ervoor om te stoppen met afdrukken of om door te gaan met afdrukken. Klik in de SyncThru™-webservice op Settings (Instellingen) > Machine Settings (Apparaatinstellingen) > System (Systeem) > Setup > Supplies Management (Benodigdheden beheren) >Toner Cartridge Stop (Tonercartridge stoppen), of klik in Samsung Easy Printer Manager op Device Settings (Apparaatinstellingen) > System (Systeem) > Supplies Management (Benodigdheden beheren) > Toner Cartridge Stop (Tonercartridge stoppen). Als u deze optie uitschakelt en doorgaat met afdrukken, kan de printer beschadigd raken.
|