HP Photosmart C4500 all-in-one printerserie - De productsoftware installeren in Windows XP voor een draadloze netwerkverbinding (zonder toegangspunt)

In dit document vindt u instructies voor het installeren van het product in een draadloos ad-hocnetwerk in Windows XP. Een ad-hocnetwerk verbindt het product en de draadloos te gebruiken computer rechtstreeks met elkaar, zonder gebruik van een toegangspunt, zoals een router.

opmerking:

U kunt deze instructies ook gebruiken indien u eerder de software voor een USB-aansluiting had geïnstalleerd en nu wilt overschakelen op een ad-hoc draadloze verbinding.

Een ad-hocnetwerkverbinding kan een lagere netwerkbeveiliging en mogelijk een verminderde prestatie tot gevolg hebben, in vergelijking met een draadloos infrastructuurnetwerk dat gebruik maakt van een toegangspunt, zoals een router. Voor de beste resultaten raadt HP aan om een draadloos infrastructuurnetwerk te gebruiken met uw product.

Controleer voordat u begint of aan de volgende vereisten wordt voldaan:

• Een desktopcomputer of laptop met mogelijkheid voor draadloos netwerken of een netwerkinterfacekaart (NIC).
• Uw apparaat van HP dat draadloos gebruikt kan worden. (Plaats het tijdens de installatieprocedure dichtbij de computer).
• Een USB-kabel (wordt alleen gebruikt tijdens de installatie). Sluit de kabel nu niet aan.

Het is niet erg als u de product-cd niet hebt. U kunt de recentste software die voor uw apparaat beschikbaar is gratis downloaden van de website van HP. Met onderstaande informatie kunt u beslissen welk installatietype u wilt uitvoeren:

Als u de software wilt installeren vanaf de product-cd, gaat u meteen naar Stap vier: De computer voorbereiden op de installatie.

Als u de installatie wilt uitvoeren met de gedownloade software, dient u de volgende informatie over drivertypes te lezen en vervolgens de stappen te volgen om de software nu te downloaden.

Voor veel producten zijn er meerdere opties voor drivers beschikbaar op de downloadpagina. Keuzes kunnen onder meer basis en volledige functionaliteit zijn. Als beide opties beschikbaar zijn, kan de volgende informatie u helpen te beslissen welke driver u wilt downloaden.

HP raadt u aan de download voor volledige functionaliteit te kiezen, als deze beschikbaar is, om alle productfuncties te kunnen gebruiken

Volg deze stappen om de productsoftware te downloaden en op uw computer op te slaan.

1. Open een nieuw venster om naar de pagina Software en drivers selecteren te gaan:
   1. Klik met de rechtermuisknop op deze link, Software en drivers selecteren en klik vervolgens op Openen in nieuw venster.
   2. Typ uw productnummer als u hierom wordt gevraagd. U moet er mogelijk ook op klikken in een lijst met vergelijkbare producten.
   3. Klik op uw besturingssysteem.
      Het venster Software en drivers selecteren wordt geopend.
2. Klik op de driver die u wilt downloaden. Zie de informatie in de bovenstaande tabel als u hulp nodig hebt bij het nemen van een beslissing.
3. Klik op Nu downloaden. Met deze optie kunt u de software op elk willekeurig moment installeren als de download is voltooid.
4. Klik op Opslaan en blader naar de locatie op uw computer waar u het bestand wilt opslaan.
5. Klik op Opslaan. De software wordt op uw computer gedownload.
6. Noteer de locatie waar u het bestand hebt opgeslagen, zodat u er eenvoudig kunt naar terugkeren wanneer u gereed bent voor de installatie.

Volg deze stappen om de instellingen voor draadloos van het product te herstellen op de standaardwaarden.

1. Schakel het product in.
2. Druk op de knop Draadloos () op het bedieningspaneel van het apparaat.
3. Druk op de knop naast het pijltje omlaag op het scherm om Netwerkstandaarden terugzetten te selecteren en druk vervolgens op OK.
4. Bevestig dat u de standaardwaarden voor het netwerk wilt terugzetten.

Volg deze stappen om uw computer voor te bereiden op de draadloze installatie.

1. Sluit alle applicaties af die actief zijn op de computer.
2. Als u eerder de software voor een USB-verbinding had geïnstalleerd en u nu wilt overgaan op een draadloze netwerkverbinding, volgt u deze instructies om de USB-installatie te verwijderen voordat u verdergaat.
   1. Klik op Start en klik vervolgens op Printers en faxapparaten.
   2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor het HP product en klik vervolgens op Verwijderen om het te verwijderen.
   3. Koppel de USB-kabel los van het apparaat en de computer.
3. Verbreek de verbinding met het internet om uw computer tegen virussen te beschermen:
   • Wanneer de computer is aangesloten op het internet met kabel of DSL, koppelt u de ethernetkabel los van de achterkant van de computer.
   • Wanneer de computer is aangesloten op het internet met behulp van een inbelverbinding, maakt u het telefoonsnoer los.
4. Verbreek alle LAN-verbindingen (local area network) behalve de draadloze verbinding:
   1. Klik op Start en klik vervolgens op Configuratiescherm.
   2. Dubbelklik op Netwerkverbindingen.
   3. Klik met de rechtermuisknop op LAN-verbinding en klik vervolgens op Uitschakelen.

      opmerking:

      Als Inschakelen verschijnt als optie in het pop-upmenu, dan is de verbinding al uitgeschakeld.

   4. Schakel op dezelfde manier elke Local Area Connection uit die verschijnt in het scherm Netwerkverbinding.

Volg deze stappen om een ad-hocnetwerkprofiel te creëren op de computer.

1. Klik op de computer op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Netwerkverbindingen.
2. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding en selecteer dan Inschakelen.

   opmerking:

   Als de optie Uitschakelen wordt weergegeven in het pop-upmenu, is de Draadloze netwerkverbinding al ingeschakeld.

3. Klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding en klik dan op Eigenschappen.
4. Klik op het tabblad Draadloze netwerken.
5. Schakel het selectievakje Draadloos netwerk automatisch configureren in door erop te klikken.
6. Klik op Toevoegen en volg daarna deze stappen om het ad-hocnetwerkprofiel te configureren:
   1. In het tekstvak Netwerknaam (SSID) typt u een naam voor het netwerk. Typ bijvoorbeeld: Mijnnetwerk.

      opmerking:

      In de voorbeeldnaam is de M in Mijnnetwerk een hoofdletter en zijn de overige letters kleine letters.

   2. Noteer de nieuwe netwerknaam exact zoals u deze hebt getypt, met hoofdletters en kleine letters.
   3. Selecteer Openen in de lijst Netwerkverificatie als die aanwezig is. Ga anders door met de volgende stap.
   4. Selecteer WEP in de lijst Gegevenscodering.

      opmerking:

      U kunt een netwerk maken waarin geen WEP-sleutel wordt gebruikt. HP raadt u echter aan een WEP-sleutel te gebruiken voor de beveiliging van het netwerk.

   5. Controleer dat het selectievakje De sleutel wordt mij automatisch aangeleverd niet is geselecteerd. Als dit selectievakje is geselecteerd, verwijdert u de selectiemarkering.
   6. Typ in het vak Netwerksleutel een WEP-sleutel met exact 5 of exact 13 alfanumerieke tekens (ASCII).

      opmerking:

      Voor een WEP-sleutel van vijf tekens typt u bijvoorbeeld ABCDE of 12345. Voor een WEP-sleutel van 13 tekens typt u bijvoorbeeld ABCDEF1234567. Dit zijn slechts voorbeelden.

      U kunt als alternatief ook HEX-tekens (hexadecimale tekens) gebruiken voor de WEP-sleutel. Een HEX WEP-sleutel moet tien tekens bevatten voor 40-bits codering of 26 tekens voor 128-bits codering.

   7. In het tekstvak Netwerksleutel bevestigen typt u dezelfde WEP-sleutel.
   8. Noteer de WEP-sleutel exact zoals u deze hebt getypt, met hoofdletters en kleine letters.

      opmerking:

      Hoofdletters en kleine letters moeten correct zijn. De draadloze verbinding mislukt als u de WEP-sleutel verkeerd typt tijdens de installatie.

   9. Plaats een vinkje bij Dit is een computer-naar-computer (ad-hoc) netwerk; draadloze toegangspunten worden niet gebruikt.
   10. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen voor draadloos netwerk te sluiten en klik vervolgens nogmaals op OK.

Volg deze stappen om het product op het netwerk te installeren met de door u verkozen methode (cd of gedownloade software). Herhaal de stappen om de software te installeren op iedere computer die het product draadloos zal gebruiken via hetzelfde netwerk.

BELANGRIJK: wanneer het installatieprogramma u om het type verbinding vraagt, selecteert u het Netwerk-type installatie, niet het USB-type installatie. De USB-kabel is alleen voor de installatieprocedure. Het installatieprogramma vraagt u wanneer u de USB-kabel moet aansluiten en losmaken.

U kunt tijdens de installatie kiezen welk type installatie u wilt gebruiken. De namen van de installatietypes variëren per product. De volgende informatie kan u helpen beslissen welk installatietype u wilt gebruiken.

Met de aanbevolen installatie kunt u alle functies van het apparaat gebruiken.

Volg deze stappen om de software te installeren vanaf de product-cd.

opmerking:

Als u firewallberichten ontvangt tijdens de installatie, klik dan op doorgaan, deblokkeren, ja, toestaan of toelaten. Anders mislukt de software-installatie.

1. Plaats de product-cd in het cd-station van de computer en wacht een paar seconden totdat het software-installatieprogramma start.
   Als het installatieprogramma niet automatisch start, klikt u op Start, op Deze computer en vervolgens dubbelklikt u op het cd-station.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te installeren.
   BELANGRIJK: tijdens de installatie zoekt het installatieprogramma het product, maar kan het dit niet vinden omdat het nog niet is aangesloten. Dit is normaal en het is geen indicatie van een probleem met de installatie. Klik op Volgende om verder te gaan met de installatie.
3. Wanneer de installatie is voltooid, maakt u opnieuw een verbinding met het internet door de ethernetkabel of telefoonkabel opnieuw aan te sluiten.

Volg deze stappen om de eerder gedownloade software te installeren.

opmerking:

Als u firewallberichten ontvangt tijdens de installatie, klik dan op doorgaan, deblokkeren, ja, toestaan of toelaten. Anders mislukt de software-installatie.

1. Blader naar de map waar u het gedownloade bestand hebt opgeslagen en klik erop. De bestandsnaam eindigt op .exe.
2. U kunt de standaardlocatie voor het opslaan van de bestanden accepteren. Klik op Volgende en wacht totdat het installatieprogramma de bestanden uitpakt ter voorbereiding op de installatie.
3. Wanneer de installatiewizard begint, volgt u de instructies op het scherm om de software te installeren.
   U kunt tijdens een volledige installatie kiezen welk type installatie u wilt uitvoeren. De volgende informatie kan u helpen beslissen welk installatietype u wilt gebruiken.

   Aanbevolen	Aangepast
   Standaard of Aanbevolen	Minimum of Aangepast
   Voor volledig gebruik van alle functies van het apparaat: deze installatie biedt volledige productfunctionaliteit. HP voegt ook waardevolle software toe om u te helpen het meeste uit uw apparaat te halen. HP heeft dit type installatie zodanig ontworpen dat het werkt voor de meeste gebruikers.	Er is mogelijk ook een aangepaste installatie beschikbaar voor uw apparaat. Met deze installatie kunt u de minimale software installeren die vereist is of de software waaraan u de voorkeur geeft. Gebruik dit type installatie alleen om een van de volgende redenen: De computer heeft weinig vrije schijfruimte. U hebt een standaardinstallatie geprobeerd en er deden zich fouten voor. (Als er fouten optreden tijdens de standaardinstallatie, los deze dan eerst op voordat u een aangepaste installatie uitvoert).

   BELANGRIJK: tijdens de installatie zoekt het installatieprogramma het product, maar kan het dit niet vinden omdat het nog niet is aangesloten. Dit is normaal en het is geen indicatie van een probleem met de installatie. Klik op Volgende om verder te gaan met de installatie.
4. Wanneer de installatie is voltooid, maakt u opnieuw een verbinding met het internet door de ethernetkabel of telefoonkabel opnieuw aan te sluiten.