hp-support-head-portlet

- ${title}
hp-contact-secondary-navigation-portlet

- ${title}
hp-share-print-widget-portlet

- ${title}
hp-concentra-wrapper-portlet

- ${title}
HP UPD - Taakopslag en met pincode afdrukken
Met taakopslag kan een printer een afdruktaak op de harde schijf of het geheugen van de doelprinter opslaan. Met taakopslag kan een afdruktaak worden opgeslagen en worden afgedrukt als het de gebruiker uitkomt.
Taakopslag heeft ook functies om een afdruktaak persoonlijk te maken met een persoonlijk identificatienummer (PIN) en om een proefdruk van een afdruktaak te maken.
Zo werkt de HP UPD met taakopslag
Tijdens de installatie zoekt de HP UPD met automatische printerconfiguratie geïnstalleerde opties op printers en aanvullende apparatuur. Als taakopslagfuncties worden gedetecteerd, schakelt de HP UPD de taakopslagfunctie en mopierfunctie in.
Om deze afgeleide instellingen te overschrijven, stelt u Mopiermodus in op Uitgeschakeld in Apparaatinstellingen. Hierdoor worden taakopslag en sorteren op de printer uitgeschakeld.
Omdat printerdrivers niet controleren van de mogelijkheden zijn voordat ze afdruktaken opslaan, kan de ruimte voor taakopslag vollopen. Als dit gebeurt, wordt de foutmelding "Kan taak niet op printer opslaan" weergegeven.
De functie taakopslag gebruiken en configureren
Om de functies voor taakopslag te gebruiken, opent u de Eigenschappen van de printer en vervolgens Printvoorkeuren. Klik op het tabblad Taakopslag.
Als de HP UPD detecteert dat de printer een harde schijf of RAM heeft, wordt het tabblad Taakopslag weergegeven en is de functie standaard ingeschakeld.
Functie |
Functie |
---|---|
Modus taakopslag |
|
Gebruikersnaam |
In het gedeelte Gebruikersnaam wordt beschreven hoe een taak op de printer wordt opgeslagen en geïdentificeerd. Een taak wordt standaard onder een gebruikersnaam opgeslagen. Als u de optie Aangepast selecteert, kan een gebruiker een nieuwe ID voor opgeslagen taken maken. |
Taak privé maken |
Persoonlijke taken en opgeslagen taken kunnen privé worden gemaakt door PIN om te printen te en een 4-cijferige pincode in te voeren. Om de privé- of opgeslagen taak af te drukken, moet de pincode op het bedieningspaneel worden ingetoetst. Deze instelling kan vooraf worden geconfigureerd met Install.exe, MPA, AD-groepsbeleid, DCU of DDU.
Opmerking:
Als een afdruktaak privé wordt gemaakt en er geen pincode is ingevoerd, wordt de pincode standaard ingesteld op "0000". |
Taaknaam |
Met deze functie kan een gebruiker de opgeslagen taak een naam geven. De numerieke waarde van de standaardinstellingen wordt verhoogd als ze op de printers worden opgeslagen. |
Als taaknaam bestaat |
Met deze instelling kan de gebruiker een beslissing nemen over taken die onder dezelfde naam op de printer worden opgeslagen. |
Opties Taakwaarschuwingen |
Met deze optie kan de gebruiker beslissen of het bericht over taakopslag en de taaknaam op het scherm van de gebruiker worden weergegeven wanneer de taak naar de printer wordt gestuurd. |
Functies voor taakopslag vooraf configureren
De functie voor taakopslag kan vooraf worden geconfigureerd en indien gewenst tijdens het afdrukken worden vergrendeld. Uit veiligheidsoverwegingen kan een bedrijf besluiten om te forceren dat elke afdruktaak op de printer wordt opgeslagen en door een gebruiker wordt opgehaald, zodat er nooit zonder toezicht documenten in de uitvoerlade liggen.
In de volgende paragraaf worden verschillende methoden voor het vooraf configureren van de functie taakopslag beschreven.
Methode voor vooraf configureren |
Opmerkingen |
---|---|
Install.exe-hulpprogramma voor HP UPD |
Het Install.exe-hulpprogramma voor HP UPD heeft schakelaars waarmee de functie taakopslag vooraf kan worden geconfigureerd.
|
HP Driver Configuration Utility |
Met de HP Driver Configuration Utility (DCU) kan taakopslag, hier Modus voor taakbehoud genoemd, vóór de installatie van de driver worden ingeschakeld en vergrendeld. Gebruik de vervolgkeuzelijst om de gewenste methode voor taakopslag te selecteren. Plaats een vinkje in het gedeelte Vergrendelen als u de modus taakbehoud wilt afdwingen. Als privétaak of opgeslagen taak is geselecteerd, wordt een extra vervolgkeuzelijst gemaakt om aangepaste PIN-nummers in te stellen. Klik op de + om de pincode-instelling in te schakelen en vervolgens op de volgende + om een unieke pincode op te geven. Zie de DCU-uitgaveopmerkingen voor meer informatie. |
Managed Printing Administrator (MPA) |
Met MPA kan een beheerder de instellingen voor taakopslag vooraf instellen. De instellingen voor taakopslag worden in Beheerd afdrukbeleid in de Standaardafdrukinstellingen geconfigureerd. Maak in de Standaardafdrukinstellingen een nieuw sjabloon aan en gebruik de optie Privé afdrukken om de opslagoptie en vergrendelingsoptie te kiezen. |
HP UPD Active Directory-sjabloon |
Het gedeelte Standaardafdrukinstellingen wordt gebruikt om de functie voor taakopslag in te schakelen en te configureren. Schakel de functie in en selecteer de optie Privé afdrukken. Voer een viercijferige pincode in of gebruik de standaardpincode "0000". |
Driver Deployment Utility (DDU) |
De DDU gebruikt de Driver Pre-configure Utility om een beheerder in staat te stellen de driverinstellingen voor het aanmaken van het driverpakket te configureren. Zie de Leesmij-opmerkingen van het DDU-hulpprogramma voor meer informatie. |
hp-feedback-input-portlet

- ${title}
hp-feedback-banner-portlet

- ${title}
hp-country-locator-portlet

- ${title}

hp-detect-load-my-device-portlet

- ${title}
hp-hero-support-search

- ${title}