De niet-standaard papierformaten afdrukken met verschillende HP printers voor thuisgebruik
en kleine bedrijven. Aangepaste
formaten moeten binnen de minimale en maximale afdrukafmetingen vallen die door uw
printer worden ondersteund.
Opmerking:
Zorg ervoor dat het aangepaste papierformaat het oorspronkelijke papierformaat niet
overschrijdt, om problemen met de afdrukkwaliteit
en andere problemen te voorkomen.
Aangepaste papierformaten maken (Windows)
Maak nieuwe papierformaten in het menu eigenschappen van de printer (alleen Windows
10 en Windows 8) of in Apparaten en printers.
Aangepaste papierformaten maken in printereigenschappen printer (Windows)
Een aangepast papierformaat invoeren vanuit het printereigenschappenmenu in Windows
10 of 8.
-
Plaats het aangepaste papier in de invoerlade en schuif de breedtegeleiders voor het
papier naar binnen tegen de rand van
het papier.
-
Open het item dat u wilt printen, klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken.
-
Klik in het venster Afdrukken op Voorkeuren, Eigenschappen of Eigenschappen van de printer.
-
Klik op het tabblad Papier/kwaliteit en vervolgens op Aangepast.
-
Klik op Nieuw, typ een naam voor het aangepaste papierformaat, selecteer de breedte en hoogte en
klik vervolgens op OK om het papier op te slaan.
-
Klik op het vervolgkeuzemenu Papierformaat en selecteer het papierformaat dat u hebt gemaakt.
Opmerking:
Als uw printermodel geen ondersteuning biedt voor het aangepaste formaat, wordt het
niet in de lijst weergegeven. Controleer
de printerspecificaties voor ondersteunde papierformaten.
Aangepaste papierformaten maken in Apparaten en printers (Windows)
Voer een aangepast papierformaat in binnen de eigenschappen van de printerserver in
Windows apparaten en printers.
-
Zoek naar en open het Configuratiescherm en klik vervolgens op Apparaten en printers weergeven.
-
Klik op het pictogram van uw printer en klik op Eigenschappen van de afdrukserver.
Opmerking:
Als Eigenschappen van de afdrukserver niet wordt weergegeven, klikt u met de rechtermuisknop
op een leeg gebied in het Printers-scherm
hieronder en selecteert u in het vervolgkeuzemenu Uitvoeren als beheerder en selecteert u Servereigenschappen.
-
Als het venster van Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op Doorgaan.
-
Selecteer het selectievakje Nieuw formulier maken op het tabblad Formulieren en typ een nieuwe, unieke naam voor het aangepaste papierformaat in het tekstvak
Formuliernaam.
-
Selecteer Metrisch of Engels als de maateenheid en voer vervolgens de afmetingen voor Breedte en Hoogte in. Houd de marge-instellingen op 0,00.
-
Klik op Formulier opslaan en controleer of het papier zich in de lijst Formulieren aan bevindt. Als uw printer het aangepaste formaat niet ondersteunt, wordt het niet in
de lijst weergegeven. Controleer de printerspecificaties
voor ondersteunde papierformaten.
-
Klik op OK of Sluiten.
-
Plaats het aangepaste papier in de invoerlade en schuif de breedtegeleiders voor het
papier naar binnen tegen de rand van
het papier.
-
Open het item dat u wilt printen, klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken.
-
Klik in het venster Afdrukken op Voorkeuren, Eigenschappen of Eigenschappen van de printer.
-
Klik op het tabblad Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens het papier in het menu Papierformaat of klik op Geavanceerd om het papier te zoeken en te selecteren.
Aangepaste papierformaten maken (Mac)
Maak nieuwe papierformaten in het menu Pagina-instelling of Afdrukken, afhankelijk
van de opties die beschikbaar zijn in de
toepassing van waaruit u afdrukt.
Maak aangepaste papierformaten aan in het menu Pagina-instellingen (Mac)
Maak een aangepast papierformaat in het menu Pagina-instellingen in de toepassing
van waaruit u afdrukt.
-
Plaats het aangepaste papier in de invoerlade en schuif de breedtegeleiders voor het
papier naar binnen tegen de rand van
het papier.
-
Open het item dat u wilt printen, klik op Bestand en vervolgens op Pagina-instelling.
-
Selecteer Aangepaste papierformaten beheren in het menu Papierformaat om het venster Aangepaste papierformaten te openen.
-
Klik op het plusteken om een nieuw papierformaat te maken.
-
Dubbelklik op de naam van de standaard naamloze titel als u een unieke naam voor het
aangepaste papier wilt invoeren. Stel
de breedte en hoogte in, stel het niet-bedrukbare vlak in (optioneel) en klik vervolgens
op OK.
Opmerking:
Gebruik geen bestaande naam voor uw nieuwe papier, omdat het bestaande formaat dan
wordt vervangen. Als een aangepast papierformaat
bijvoorbeeld A4 wordt genoemd, is het bestaande A4-papierformaat niet langer als optie
beschikbaar.
-
Selecteer het nieuwe aangepaste papierformaat in het venster Pagina-instellingen en
klik vervolgens op OK.
-
Klik op Bestand en selecteer vervolgens Afdrukken om op het aangepaste papier af te drukken.
Aangepaste papierformaten aanmaken in het menu Afdrukken (Mac)
Maak een aangepast papierformaat in het menu Afdrukken in de toepassing van waaruit
u afdrukt.
-
Plaats het aangepaste papier in de invoerlade en schuif de breedtegeleiders voor het
papier naar binnen tegen de rand van
het papier.
-
Open het item dat u wilt printen, klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken.
-
Selecteer Aangepaste papierformaten beheren in het menu Papierformaat om het venster Aangepaste papierformaten te openen.
-
Klik op het plusteken om een nieuw papierformaat te maken.
-
Dubbelklik op de naam van de standaard naamloze titel als u een unieke naam voor het
aangepaste papier wilt invoeren. Stel
de breedte en hoogte in, stel het niet-bedrukbare vlak in (optioneel) en klik vervolgens
op OK.
Opmerking:
Gebruik geen bestaande naam voor uw nieuwe papier, omdat het bestaande formaat dan
wordt vervangen. Als een aangepast papierformaat
bijvoorbeeld A4 wordt genoemd, is het bestaande A4-papierformaat niet langer als optie
beschikbaar.
-
Selecteer het nieuwe aangepaste papierformaat in het venster Afdrukvoorbeeld en klik
vervolgens op Afdrukken.