1. Zorg ervoor dat er gewoon wit papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Open de Printerwerkset.
   1. Open het HP Solution Center.
   2. Kies Instellingen.
   3. Klik op Printerinstellingen.
   4. Klik op Printerwerkset. Het dialoogvenster Printerwerkset wordt weergegeven.

     opmerking:

   U kunt de printerwerkset ook openen vanuit het dialoogvenster Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster Afdrukeigenschappen op het tabblad Services en klik vervolgens op Dit apparaat heeft onderhoud nodig.

3. Klik op het tabblad Apparaatservices.
4. Klik op De printcartridges reinigen.
5. Volg de instructies op het scherm.
6. Bekijk de testpagina die wordt afgedrukt. Als de afdrukkwaliteit van de pagina goed is, klikt u op Voltooid en stopt u hier. Ga door naar de volgende stap als de afdrukkwaliteit niet goed is.

  opmerking:

Volg de onderstaande procedure om het gebied rondom de inktsproeikoppen te reinigen. Doe dit ALLEEN als er strepen of vegen op de afdrukken staan en u al alle drie reinigingsniveaus van de functie Cartridges reinigen hebt uitgevoerd.

  opmerking:

Laat de cartridges niet langer dan 30 minuten buiten de printer liggen. Als de patroon te lang buiten de printer ligt, droogt de inkt uit en is de cartridge onbruikbaar. Zorg dat er geen inkt op uw handen of kleding komt.

1. Reinigingsmiddelen:

   • Gedistilleerd, gefilterd of gebotteld water. Kraanwater kan verontreinigingen bevatten die schadelijk zijn voor de cartridges.
   • Reinig met behulp van wattenstaafje of een zacht, pluisvrij materiaal dat niet aan de cartridges blijft plakken (koffiefilters werken prima).
   • Vellen papier of keukenrol om de cartridges tijdens het schoonmaken op te plaatsen.
2. Haal één cartridge uit de printer en leg deze met de inktsproeier naar boven op een blad papier.
3. Inspecteer het gebied rondom de inktsproeier. Als u vuil of inktresten ziet, maakt u de cartridge als volgt schoon:

     opmerking:

   Als u geen vuil of inktresten ziet, maak de cartridge dan niet schoon.

   1. Bevochtig het pluisvrije schoonmaakmateriaal licht met schoon water.
   2. Gebruik het wattenstaafje om de randen rondom de inktsproeier schoon te vegen. Het gebied dat moet worden gereinigd is in de onderstaande foto gearceerd. Vervang het schoonmaakmateriaal als het vies wordt.

        let op:

      Raak de spuitmondjes (in het midden van het gearceerde gebied hieronder) en de koperkleurige contacten niet aan. Als u dit wel doet, kunnen sproeiers verstopt raken, problemen met de inkt optreden of zich problemen met het elektrische contact voordoen.

      Afbeelding : De cartridge reinigen
      
      1. Maak alleen het gearceerde gebied schoon.
      2. Raak de sproeikop NIET aan.
      3. Raak de koperkleurige contacten NIET aan.
4. Herhaal de stappen hierboven voor de andere cartridge. Controleer beide cartridges, zelfs wanneer de vegen steeds dezelfde kleur hebben (vegen in zwarte inkt worden vaak veroorzaakt door fibers en vuil aan de bodem van het drie-kleuren cartridge). Reinig de cartridge echter alleen als u vuil of afzetting ziet. Als u de andere cartridge reinigt, gebruik dan nieuw schoonmaakmateriaal.
5. Laat de cartridge ofwel gedurende vijf minuten zitten of gebruik een nieuw wattenstaafje om de gereinigde gebieden te drogen voordat u de cartridges opnieuw plaatst.

• Als u de cartridge nog niet hebt vervangen, vervangt u nu de problematische cartridge. Lees de voorwaarden en bepalingen van de beperkte garantie voor HP inktcartridges en door de klant te vervangen printkoppen als u wilt weten of uw cartridge onder de garantie valt.
• Als u de inktcartridge al hebt vervangen hebt en dit het probleem niet heeft opgelost, moet de printer mogelijk worden nagekeken.